tl;dr – I’m publishing this post only in Dutch. You may try to run it through Google Translate, though the content below is most probably only relevant to Belgian TV viewers in the Flemish region
Vorige week mocht ik eindelijk – na 2 jaar covid huisarrest – terug naar het Mobile World Congress in Barcelona. Ook gekend als de jaarlijkse hoogmis van de wereldwijde telecommunicatie-industrie. En terwijl ondergetekende het mooie weer maakte in het (nog niet zo) zonnige Catalonië, kreeg ik onverwacht bericht van het thuisfront dat mijn kop nog eens even op het Vlaamse televisiescherm is verschenen.
Steven Van Herreweghe heeft voor de eerste aflevering van zijn nieuwe één reeks over de jaren 80 voor tieners namelijk een paar beelden uit de klas van 80 opgevist waarop ik te zien ben: de proclamatie van de laatstejaars en een (gelukkig) ultrakort fragment van de afstudeerfuif.
De klas van 80
De klas van 80 was de titel van een toenmalige BRT Panorama reportage, in 1980 (letterlijk) ingeblikt door de toen-nog-niet-iconische programmamaker Paul Jambers. Een human interest verslag over de toekomstambities van een groep late babyboomers. Willekeurig geplukt uit de laatstejaarsstudenten aan het Koninklijk Atheneum van Kapellen. Ik was en ben nog steeds een van hen. Voor wie de aflevering ooit gezien heeft: de helft (met eighties pilotenbril) van de nerdy tweeling die in 1980 informatica wilde gaan studeren.
Tien jaar later, in 1990, zakte Jambers – die toen aan het laatste jaar van zijn carrière bij de publieke omroep bezig was – terug af naar Kapellen voor de beloofde sequel. Wie nóg meer van hetzelfde verwacht had in 2000 was eraan voor zijn moeite: Pieken Paultje maakte ondertussen het mooie weer bij de VTM. Van een pax media was er nog geen sprake.
In 2009 zou hij in zijn autobiografie, Ik heb het gedaan, schrijven: “De klas van 80 sprak tot de verbeelding van velen. … Het was ook een gigantisch succes. Panorama stond weer in de top 20 van de kijkcijfers.”
In datzelfde jaar resulteerde een exclusieve en eenmalige reünie van de toen bijna gepensioneerde sterreporter met de openbare omroep en in een derde episode van de klas van 80, verpakt als een 2-delige Koppen reportage.
Op de barricaden van de digitale revolutie
Juni 1980. Twee adolescenten worden thuis op de sofa ondervraagd over hun toekomstverwachtingen en -ambities. Mijn tweelingbroer Luc en ik. Beiden willen we [in koor] “informatica gaan studeren”. Een op dat moment nog prille wetenschap: de licentiaatsopleiding (een gedateerd begrip, want tegenwoordig spreken we naar goede Angelsaksische traditie over een masters degree. Hierbij trouwens ook mijn excuses voor de vele Engelse termen in deze tekst; Engels is nu eenmaal de lingua franca van de informatica en het internet) computerwetenschappen aan de VUB was toen amper twee jaar jong. De IBM PC zou pas een jaar later geïntroduceerd worden, de Apple Macintosh in 1984, Windows 1.0 in 1985, en de eerste iPad in januari 2010.
De interviewer en de geïnterviewden wisten toen nauwelijks welke lading de informaticavlag dekte. Voor Paul Jambers was dit echter een unieke gelegenheid om een stel gedoodverfde whiz kids ten tonele te voeren. Al in de reportage van 1980 waren wij voor hem dankbare reality-tv-personages: “Twee middelbare scholieren die een uiteenzetting gaven over de toekomst van de computer in onze maatschappij, het is een scène die ik nooit vergeet” (Antwerp Magazine, 16 maart 1990).
Ik heb veel respect voor de man die gedurende decennia boldly where no man has gone before reportages gedraaid heeft. Maar, hoewel hij dertien jaar geleden al regelmatig zijn BlackBerry bovenhaalde, bleek Paul toch een latrelatie met de hi-tech te onderhouden. Vandaar misschien zijn herhaalde pogingen om ons in zijn reportage in de categorie van pioniers en visionairen onder te brengen. “In 1980 was er van computers nog nauwelijks sprake. De twee jongens deden op achttienjarige leeftijd haast visionaire uitspraken.” (Paul Jambers in zijn autobiografie ‘Ik heb het gedaan’, 2009). Was het maar waar. Dan waren we zeker een keertje vaker op het Vlaamse televisiescherm verschenen… Noem ons dus liever gewoon ‘bevoorrechte getuigen’ die de digitale revolutie van op de barricaden hebben mogen meemaken. Die de technologiebubbel hebben zien zwellen, zien barsten, en terug zien groeien. Tot op de dag van heden.
Chip maak me vrij, chip maak me blij
Mijn eerste computerervaring deed ik begin jaren 80 op met een Tandy TRS-80. Moge hij in vrede rusten. Met een 1,77 MHz microprocessor, 4 kilobytes intern geheugen en een zwart-groen scherm met 16 lijnen van 64 karakters. Gegevens werden opgeslagen op een audiocassettebandje of op een 5 ¼” floppy disk. Wie legaal software wilde ‘downloaden’ kon terecht op radiozender Hilversum 2. Die zond wekelijks tien minuten digitaal gepiep uit dat mijn broer en ik (wanneer er niet te veel ruis op de middengolf zat) met de cassetterecorder opnamen en assembleerden tot een heus computerprogramma.
Vandaag schrijf ik deze tekst op een hybride laptop met touchscreen die duizendmaal sneller is dan de Tandy uit 1980, maar liefst vier miljoen keer zoveel geheugen heeft, en een opslagcapaciteit met het equivalent van tien miljoen oude floppies. Software (heden ten dage in de volksmond bekend als apps), muziek en video kun je gewoon à volonté downloaden of in real-time, vanuit de cloud, over je draadloze breedband internetverbinding streamen via Spotify, Apple Music, Netflix en vrtnu.
Achtentwintig jaar geleden, net voor de geboorte van onze eerste zoon, was ik zielsgelukkig toen ik van mijn werkgever een semafoon (oftewel ‘pieper’) meekreeg opdat mijn hoogzwangere echtgenote mij te allen tijde zou kunnen bereiken. Onze jongens hebben nu elk hun eigen vierde (en bijna vijfde) generatie smartphone, waarmee ze ons op ieder ogenblik van de dag en vanop bijna elke plek ter wereld kunnen bellen, skypen, of whatsappen.
Ik herinner me ook nog dat ik, op aandringen van Paul Jambers, in november 2009, bij mijn vrienden op de boekenbeurs een e-book reader ging lenen. Omdat hij dat exotische gadget eens graag aan de kijkers wilde tonen – en misschien ook wel een klein beetje om ons nerdy imago extra in de verf te zetten. Nauwelijks twee maanden later kondigde Apple de lancering van de eerste iPad aan. De Belgische markt voor tablets en smartphones is inmiddels zo goed als verzadigd en het kleine scherm heeft een meer dan prominente plek in ons leven ingenomen. Tegenwoordig hebben wij – laat me even tellen – in ons gezin zo’n zestiental digitale beeldschermen in gebruik, thermostaten en stappentellers niet meegeteld. Ik vraag me trouwens af hoeveel VRT-kijkers Van Herreweghes uitzending vorige donderdag als een lineair tv-programma op een klassiek TV-scherm hebben geconsumeerd.
De volgende generatie
Wij, adolescenten uit de Panoramareportage van 1980, zijn nu rijpe vijftigers ‒ zeg maar bijna-zestigers. Na een carrière van 35 jaar in de informatica- en telecomindustrie ben ik nog steeds springlevend in de steeds sneller bewegende technologiewereld. Soms tot mijn eigen verbazing – ik herinner mij nog dat ik in het interview in 2009 twijfelde of ik op mijn vijfenvijftigste nog aan het werk zou zijn. Want, ondanks de spectaculaire ontwikkelingen, is de sector de afgelopen decennia zowat continu in crisis geweest. Ik heb geen vingers genoeg aan mijn twee handen om het aantal bedrijfsreorganizaties, mergers en acquisitions te tellen die ik overleefd heb.
Ik ben trots op mijn digital native kinderen, die ondertussen mature twintigers zijn. Onze oudste zat twaalf jaar geleden, net zoals zijn vader in 1980, in het laatste jaar humaniora. Een fait divers waarvan Jambers toen gretig gebruik maakte in zijn reportage door hem uitgebreid te interviewen en hem zijn papa als toch-niet-zo-handig-met-de-computer-als-ik te laten bestempelen. Dit gaat hij graag lezen: het joch had gelijk!
Onze zonen zijn dus allebei in de ICT voetsporen van hun vader en oom getreden. Yannick werkt als AI onderzoeker aan het Max Planck Instituut en Robin bereidt een cybersecurity doctoraat voor aan de KUL.
Voor hen is er nooit een digitale revolutie geweest. Hun tienerleven speelde zich af in een wereld waarin eBooks, iPhones en mCommerce een dagelijkse evidentie waren – net zoals voor de jongens en meisjes die we vorige donderdag te zien kregen bij Van Herreweghe. Met technologische ontwikkelingen die steeds sneller en sneller gingen en gaan. De vierde industriële revolutie en de vijfde generatie mobiele netwerken kloppen aan onze voordeur. Het internet der dingen, kunstmatige intelligentie, virtuele realiteit, en zelfrijdende wagens zijn dichterbij dan velen denken. Onze jaren 80-generatie bestaat voor hen uit post-neanderthalers, die nog weten dat er ooit zwart-wit televisie bestond, waarvoor een typemachine diende, en dat je zonder Waze óók op je bestemming kon geraken. Alle macht aan de generaties Y en Z! Netflix, Instagram en TikTok behoren (in afwachting van de volgende trend) tot hun standaard spreektaal; de bijdragen van de techno-industrie aan de sociale en culturele emancipatie van de 21ste-eeuwse jeugd…
Uitdagingen voor de toekomst
Ik ben een technologie-optimist. Als marketeer heb ik artikels geschreven, interviews gegeven en presentaties gehouden over de toegevoegde waarde van computers en communicatie-infrastructuur voor mens en wereld. Maar toch moet ik steeds vaker aan 1984 denken. Volgens de Orwelliaanse jaartelling, welteverstaan. Big Brother houdt ons meer en meer in de gaten, op internet en erbuiten. Met cookies, ANPR-camera’s, covid safe tickets, en eIDs met vingerafdruk. En wie weet welke verrassingen het post-coronatijdperk nog in petto heeft. Of een of andere gestoorde dictator in het Kremlin (misschien zien we er in 2024 ook een terug in het Witte Huis). Bepaalde evoluties in onze techno-samenleving nemen zowaar dystopische dimensies aan. Slimme adverteerders, schimmige databedrijven en slinkse politici voederen de online kudde met gepersonaliseerde reclame, fake nieuwsberichten, en op maat gesneden propaganda. Ik kan me zelfs de tijd nog herinneren toen begrippen als privacy, dialoog en nuance een andere waarde hadden. De ooit veelbelovende – what’s in a name? – ‘sociale’ media zijn kapotgescholden door roeptoeters, haters en anonieme trollen. Sommige commentaren op Facebook en Twitter maken mij boos en bang (en bezorgd over de kwijnende kennis van de dt-regel). Ik zou mezelf geen maatschappij-pessimist willen noemen, maar mijn trips down memory lane eindigen wel eens vaker op de boulevard of broken dreams.
Bovendien dreigt een aanzienlijk percentage van onze huidige beroepen te verdwijnen als gevolg van digitalisering, automatisering en robotisering. Kassièreloze (M/V/X) winkels, loketloze bankkantoren en balieloze luchthavens zijn al een paar jaar geen sciencefiction meer. 65 percent van de kinderen die vandaag op de lagere school zitten zullen ooit een job uitoefenen die vandaag nog niet bestaat. Ik gebruik deze blog dan ook graag om een (zoveelste) lans te breken voor nog meer STEM (Science, Technology, Engineering, Mathematics) in het lager en middelbaar onderwijs. Voor een degelijke ICT-basiskennis voor elke leerling. Omdat niemand in het derde decennium van de eenentwintigste eeuw nog zonder kan of zou mogen zijn. Zo niet staan we binnenkort aan de rand van een gapende kloof tussen hoger opgeleiden mét baan en lager geschoolden zonder. Uiteraard dienen de technologische vakken aangevuld (of gecompenseerd, zoals u wil) te worden met even broodnodige competenties als creativiteit, sociale vaardigheden, kritisch denken en verantwoord wereldburgerschap.
Hoewel mijn kinderen nu zelf hooggekwalificeerde computerwetenschappers zijn, zullen de uitdagingen waarmee zij in hun beroeps- en privéleven geconfronteerd gaan worden veel omvattender zijn dan het bedenken, ontwikkelen en gebruiken van nog betere, nog snellere en nog slimmere technologieën, netwerken en gadgets. OK boomer, laten we dus ook maar toegeven dat de generatie van 80 op vele gebieden faliekant gefaald heeft: indijken van de klimaatopwarming, omschakelen naar duurzame energie, omgaan met demografische veranderingen zoals vergrijzing en migratie, … Ook ik heb intussen een dikke laag boter op mijn kalende hoofd verzameld: een bedrijfswagen onder mijn gat en meer dan een miljoen vliegkilometers op mijn teller. Maar, the times they are a changin’. Kop in het zand (of meer toepasselijk, in het silicium of grafeen) steken zal voor de tieners van vandaag geen optie meer zijn. Respect dus voor alle actievoerende jongeren, geëngageerde vrijwilligers en integere wetenschappers die opkomen voor een betere toekomst op een leefbare planeet.
Werd (niet echt) vervolgd…
Paul Jambers maakte in 1980 een uniek snapshot van de godverdomse dagen op een godverdomse bol van een handvol niet-zo-godverdomse laatstejaars humaniorastudenten. Een reportagereeks die in 1980, 1990 en in 2010 veel lof toegezwaaid kreeg en in 2020 eigenlijk een nieuwe episode verdiende, Helaas bleek de VRT toen geen appetijt (of geen geld) meer the hebben om de nu vijfenzeventigjarige grootmeester uit pensioen terug te roepen. Zodoende heeft leerling tovenaar Van Herreweghe zijn kans kunnen grijpen.
En ik? Wel, ik ben tevreden dat ik ooit mijn steentje heb mogen bijgedragen aan het analoge VRT archief van de jaren 80 en 90. En met mijn cameo van vorige donderdag misschien zelfs een kiezeltje aan het digitale archief van 2022.
Like this:
Like Loading...